Onlangs beluisterde ik de podcast van het Radio1-programma Touché, waarin Friedl Lesage Lize Spit, schrijfster van “Het smelt” en “Ik ben er niet” interviewt. Op een bepaald moment gaat het over de relatie die Lize, diabetespatiënt sinds haar 12 jaar, met haar lichaam heeft.
Lize Spit: “Het meest gemist heb ik het basisvertrouwen in het feit dat dingen goedkomen. Benjamin Clementine zegt: “We see the rain before it starts to rain.” Ik zie altijd de beren op het pad vooraleer ik het pad kan zien. Ik zou zo graag anders zijn, ik zou zo graag een halfvol glas hebben ipv een halfleeg. Ik heb van kindsaf aan niet zoveel vertrouwen in mijn fysiek kunnen. Deels heeft dat te maken met het feit dat ik diabetes gekregen heb toen ik 12 jaar was. Voor mij is mijn lichaam daardoor iets wat ik niet helemaal kan vertrouwen. Ik moet zorgen dat mijn lichaam goed werkt ipv dat dat, zoals voor sommige mensen wel is, een soort van aanwezigheid is waarvan je kan uitgaan dat het werkt. Dus het voelt heel vaak alsof ik mijn lichaam ergens mee naartoe neem ipv dat mijn lichaam mij ergens naartoe brengt. Mijn hele leven is daar een uitwerking van: dat ik veel meer nadenk dan voel. Voor mij zijn gevoelens altijd pas achteraf. Ik voel wel veel, maar het kan pas ontstaan als ik het in woorden heb gegoten. Uit mijn hoofd komen is iets wat me nog nooit gelukt is. Ik ben altijd alleen maar dat lichaam geweest. Ik heb geen zin om alleen maar dat lichaam te zijn. Ik zou zo graag eens iets(een sport vb) doen waarbij ik helemaal kan opgaan in de omgeving en mezelf vergeet. Ik ben nooit los. Ik moet me er altijd heel bewust van zijn, maar ik wil wel leven.”
Zelf ben ik ook diabetespatiënt sinds ik 12 jaar ben. De woorden van Lize raken mij enorm. De manier waarop zij het beschrijft, slaat voor mij de nagel op de kop. Vanaf het moment dat je de diagnose krijgt, word je gedwongen om met je lichaam om te gaan alsof het een machine is. Alles wordt berekend, ingesteld enz. Het denken en beredeneren neemt het hierbij over van het voelen. Lize zegt letterlijk: “Ik ben nooit los van mijn insulinepomp.” Maar ook figuurlijk is dit zo.
Ondertussen is shiatsu reeds enkele jaren geleden op mijn pad gekomen. Zowel voor de beoefenaar als voor de ontvanger is shiatsu een uitnodiging om dieper in het lichaam te dalen, de stilte, rust en vreugde van je kern te ervaren. Anders gezegd een uitnodiging om meer en beter te gaan voelen wat je lichaam wil zeggen en wat het nodig heeft. Het is een reis die over heuvels, soms bergen, en dalen verloopt, maar het is zo waardevol! Zelf merk ik dat ik mijn diabetes veel beter onder controle heb als ik naar mijn lichaam luister en zoet ben voor mezelf.
Dat maakt dat ik er ondertussen van overtuigd ben dat elk fysiek probleem de uiterlijke manifestatie van een gebrek aan harmonie en balans in het leven is. We kunnen deze problemen verlichten of oplossen door te leren luisteren naar wat ons eigen lichaam ons vertellen kan.
Shiatsu geven en krijgen, betekent voor mij dan ook: mensen bewust maken van de taal van hun lichaam, hen meer in harmonie met zichzelf brengen, hen leren hun lichaam beter te voelen, te accepteren en graag te zien. Hoe bewuster we met ons lichaam omgaan, des te meer brengen we onszelf in balans. Dit geldt ook voor andere chronische ziektes zodat ook voelen en vertrouwen een plaats krijgen in ons leven.